De Pan Americana (PanAm), ruta 5
Een douche en een goede nachtrust en we voelden ons weer helemaal fit om verder te gaan.Op zondagochtendwaren de straten leeg. Snel wat boodschappen gedaan bij een grote supermercado en daarna op
pad. We wilden de snelweg, de Pan America weer oppakken. Bij een begraafplaats (daar is het meestal levendig) vroegen we de juiste richting. De man wees naar de kruising verderop, gaf met zijn arm
aan dat we daar rechts moesten aanhóuden en riep vol trots in zijn beste Engels 'left!'. Daar word je wel vrolijk van.
We wilden weer kilometers maken. Het was gelukkig bewolkt. Vooral eucalyptusbomen, je kon het zelfs ruiken in de auto. Waar gekapt was of bosbranden hebben gewoed, werd deze soort weer aangeplant
omdat ze snel groeien. Nadeel: de bomen dulden geen onderbegroeiing en ze onttrekken veel water aan de grond. De streek is Mapuche gebied, indianen. Zij verkopen veel dingen langs de weg, vooral
queso (kaas). Verder veeteelt, schapen en koeien. En reclameborden van de supergewassen-maffia. Zij zorgen voor mais zo groot als meloenen, dat wil toch iedereen? En koe reigers, die pikken het
ongedierte van de veestapel. Rond 13 uur zagen we een grote, rokende vulkaan. Dit moest de Villarica zijn die recent nog uitgebarsten is. Ze monitoren alle vulkanen en lijken goed ingesteld op
waarschuwingen en evacuaties. Maar daar gaan we later heen. Wel maakte Hans vanaf de snelweg snel een foto van die vulkaan.
Laat in de middag kwamen we aan in Puerto Varas, bekend om de ligging aan een fjord, met uitzicht op een andere grote en bekende vulkaan, de Osorno. Best druk, vooral de boulevard langs het water,
een Chileens Zandvoort. Veel dure hotels.
We reden wat kleine binnendoor straatjes in en parkeerden langs zo'n rustiger straat. Om de hoek lag Ayentemo, een ouder hotel van hout met kamers en cabañas ( hutjes). Wij namen een grote kamer,
er waren verder geen gasten en het was betaalbaar. Overal stond de CV voluit aan. Volkomen onnodig. We gooiden het raam open en gingen ergens wat drinken op een terrasje met uitzicht op het meer en
de vulkaan. Het leek wel vakantie. Het restaurant om de hoek viel tegen later die avond, leuke sfeer, aardige bediening, maar helaas weer allemaal instant voer (zout en vet) voor Europese prijzen.
Na weer een goede nachtrust (en een kolibri in de tuin tijdens het ontbijt) vervolgden we de PanAm naar het zuiden, naar Puerto Montt. Nu hadden we foto's gezien en ons ingesteld op lawaai, drukte,
industrie maar de realiteit overtrof de verwachting. Chaotische drukte, veel smog en nergens plek om te stoppen met je auto. We moesten hier tickets kopen voor de ferry voor morgen. We reden de
stad al uit, in de goede richting, maar zonder tickets. Dan maar keren. Met wat kunst en vliegwerk lukte het ons het kantoor te vinden, te parkeren en kaartjes te kopen. Hoera. Aangezien we niet
alleen mooie foto's maken, zal ik ook kiekjes van dit straatbeeld opnemen. Helaas mis je dan wel de geur van rotte vis en afval.
Ik vind Chili armoedig, tegen mijn verwachting, de mensen hebben het zwaar want de prijzen zijn Europees. Hoe doen ze dat? Overal lopen en liggen honden, soms ook katjes, dat hoort erbij. Ze doen
geen kwaad. We liepen nog over een lokaal marktje, overdekt, het stikt er van de vliegen. Ze verkochten 'verse' waren. Saillant detail: de mevrouw die niet meer wist (ze was aan het bellen) of ze
de vis had gezouten, likte even langs de rauwe filets. Kijk, zo doe je dat mensen, dat zie je niet in Masterchef. We kochten er niets, we blijven Hollanders. Wel deden we inkopen bij de supermarkt
verderop.
Gauw gevlucht uit de vieze stad. Naar Hornopiren. Niet ver qua kilometers, maar we zaten niet meer meer op de PanAm, maar op Ruta 7. We reden eerst langs het fjord. Zagen pelikanen. Later ook
dolfijnen, hele groepen. Nieuwe vorm van inkomsten: kweekbassins met vis. Vol met antibiotica, dus die eten we pas als we echt ziek worden.
We moesten vandaag een korte overtocht nemen. De boot stond netjes op ons te wachten maar dat hadden we niet door. We wilden ergens koffie drinken in de haven maar zagen niets. En we stopten bij
het ticket office. Zij gebaarden driftig dat we moesten doorrijden, de boot op. Sorry hoor. Wel service. Zo zijn Chilenen, we vinden ze aardig en behulpzaam.
We zijn gestopt bij een hosteria die vrij nieuw was. Dat is meestal nog te doen qua hygiëne. De combinatie oploskoffie (helaas is dat overal) en gefrituurde empanada's zijn een eerste stresstest
voor mijn darmstelsel. Je kan er goedkoop overnachten, 15 euro met eigen badkamer/wc, dus we onthouden de plek. Geen toerist gezien vandaag en ik denk in andere seizoenen ook amper want er zijn
weinig voorzieningen onderweg. Vandaar dat ik geregeld aan Panama moet denken.
Chili heeft net als Panama ook behoefte aan infrastructuur, asfaltwegen en daar wordt volop aan gewerkt. Helaas is er op drukke plekken amper ruimte om de weg te verbreden. Na de kust rijden we een
stukje het binnenland in en krijgen een gruisweg, de eerste test voor onze terreinwagen die niet superhoog is aan de achterkant. Wel zitten we zelf lekker hoog zodat we veel zien. We worden omringd
door groen, dicht begroeid. Bloemen die nog bloeien zijn fuchsia's. Af en toe moeten we wachten (PARE= stopteken) omdat het verkeer van de andere kant eerst moet passeren. Je weet nooit hoe lang
dat duurt. Laatste stukje weer nieuw asfalt.
We komen om 17 uur aan in Hornopiren, onze eindbestemming voor vandaag. Niet zo modern, authentiek. Wel fijne sfeer. Borden met evacuatie instructies in geval van een tsunami, hoe attent. We kiezen
een oud klein hotelletje aan het fjord, met schitterend uitzicht. Ik zie sneeuw op bergtoppen en een vulkaan. Heet ook Hornopiren. In de baai liggen kleine vissersbootjes. Binnen is het (ook) net
een schip, veel hout en klein. We zitten op het terras in de namiddagzon, bijna te warm. We drinken wijn en ik schrijf. We zijn meer dan tevreden. Morgen nemen we om 10 uur de boot en gaan een paar
uur varen, dan komen we in de natuurreservaten. We hebben er zin. Jullie horen het nog wel.